Gevelfolie WÜTOP^® thermopaneel 2SK

Bij afwijkende installatievereisten dient u contact met ons op te nemen. Lijn de membraan horizontaal of verticaal uit ten opzichte van de fundering op de onderbouwconstructie, met de gecoate zijde naar buiten gericht, en zet de membraan vast in het overlappende gedeelte. Begin aan één zijde en bevestig de membraan in de uiteindelijke positie in het overlappende gedeelte op de onderbouwconstructie en houd de membraan continu onder spanning (gebruik hiertoe een nietpistool, art.nr. 0714854 of 0714811, of een handbediende nietmachine art.nr. 0714834). Breng de volgende membranen onder spanning aan, zoals hierboven beschreven, met een overlap van ten minste 10 cm. Zorg ervoor dat de bevestigingen zijn afgedekt. Dicht de overlappingen onder constante druk en zonder vouwen af met behulp van kleefband. Zorg ervoor dat er zich geen punten die zijn vastgekleefd met EURASOL Max bevinden in de open voeggedeelten (niet permanent UV-bestendig). Gebruik in dit geval niet de zelfklevende versie. Bevestigingen buiten het overlappingsgedeelte moeten afgedicht en winddicht zijn (door middel van EURASOL Max kleefband, art.nr. 0992710160, 0992710161). Openingen, verbindingen en randen moeten permanent lucht- en dampdicht worden gemaakt met behulp van kleefmaterialen die geschikt zijn voor buitengebruik (bijv. WÜTOP WRD kleefstof, art.nr. 0893700115), en moeten worden vastgezet met een klemlat of clip. Eventuele schade aan de WÜTOP Thermo Façade membraan moet worden gerepareerd met behulp van stukjes van de oorspronkelijke membraan en geschikt kleefband (EURASOL Max, art.nr. 0992710160, 0992710161). Verwerkingstemperaturen van +5 °C tot +50 °C moeten in acht worden genomen. Bij de montage moeten DIN 18516-1 en DIN 1055 deel 1–4 in acht worden genomen De bekleding dient uiterlijk 3 maanden na montage van de WÜTOP Thermo Façade membraan worden aangebracht. Wij adviseren echter om de gevelbekleding snel aan te brengen.