TOEPASSINGSGEBIEDEN VOOR CHEMISCH BESTENDIGE HANDSCHOENEN
ICL PIRAT handschoenen : Manipulatie in vettige en zure omgevingen, aanwezigheid van petroleum en petroleumderivaten, werkzaamheden ondergedompeld in zure of solventgebaseerde snijoliën of -basissen.
NIT 400 handschoenen : Ontvetten van metalen (oplosmiddelen), verspanen van onderdelen in aanwezigheid van snijoliën, vervaardigen en aanbrengen van verven en vernissen, bedrukken...
NEO 400 handschoenen : Hanteren van meststoffen, aanwezigheid van zuren, bijtende producten, alcoholen of oplosmiddelen...
NORM EN 374: BESCHERMENDE HANDSCHOENEN TEGEN CHEMISCHE RISICO'S
Deze norm specificeert het vermogen van chemisch beschermende handschoenen om de gebruiker tegen chemische producten en/of micro-organismen te beschermen.
- EN 374-1 : 2003 chemische weerstand (terminologie en algemene eisen)
- EN 374-2 : 2003 weerstand tegen indringen (geclassificeerd volgens 3 niveaus)
- EN 374-3 : 2003 permeatieweerstand (6 indices per getest product)
CRITERIA VAN NORM EN 374 BETREFFENDE HANDSCHOENEN
Waterdichtheid
Het waterdichte gedeelte van de chemisch beschermende handschoen moet ten minste overeenkomen met de minimumlengte van de handschoen zoals gespecificeerd in EN 420.
Penetratie
Penetratie is de beweging van een chemische stof en/of micro-organisme door poreuze materialen, naden, microperforaties of andere onvolkomenheden in het materiaal van een beschermende handschoen op een niet-moleculair niveau.
De chemisch bestendige handschoen mag niet lekken wanneer zij op lucht- of waterdoorlaatbaarheid wordt getest. De penetratieweerstand van handschoenen wordt gemeten volgens de ISO 2859-procedure die 3 aanvaardbare kwaliteitsniveaus (AQL) vastlegt.
Doorlaatbaarheid
Plastic en rubberen handschoenen zijn niet altijd vloeistofdicht. In sommige gevallen kunnen ze sponsachtig zijn - ze absorberen dan vloeistoffen en houden die in contact met de huid. Daarom moet de doorbraaktijd worden gemeten; de tijd die een gevaarlijke vloeistof nodig heeft om in contact te komen met de huid.