Fixanker W-FAZ PRO dynamic/A4
Fixanker W-FAZ PRO Dynamic RVS A4
Art.-nr. 5930441650
EAN 4099618127809
Registreer nu voor toegang tot meer dan 125.000 producten
- Fixanker voor gebruik als afzonderlijk bevestigingspunt, onderhevig aan (dynamische) vermoeidheidsbelasting in beton
- Eenvoudige, snelle en veilige installatie met dynamische set
- Maakt uiterst efficiënte toepassing mogelijk
- Voor installatie met minimale onderlinge afstand en randafstanden
- Hoge prestaties, zelfs bij blootstelling aan statische belastingen, seismische activiteit en blootstelling aan brand
Europese technische goedkeuring ETA-20/0486
- Statische of semi-statische belastingen
- Seismische activiteit, prestatiecategorieën C1 en C2
- Brandwerend R30, R60, R90, R120
- Afzonderlijk bevestigingspunt onderhevig aan cyclische vermoeidheidsbelasting
Europese technische goedkeuring ETA-20/0486
- Statische of semi-statische belastingen
- Seismische activiteit, prestatiecategorieën C1 en C2
- Brandwerend R30, R60, R90, R120
- Afzonderlijk bevestigingspunt onderhevig aan cyclische vermoeidheidsbelasting
Datasheets(X)
Afzonderlijk bevestigingspunt onderhevig aan vermoeidheidsbelasting bij vooraf gepositioneerde of op locatie gemonteerde installatie
Afzonderlijk bevestigingspunt dat onderhevig is aan statische of quasi-statische belastingen, seismische activiteit en blootstelling aan brand
Ondergrond:
- Gewapend en ongewapend beton met normaal gewicht zonder vezels
- Gescheurd of ongescheurd beton
- Drukvastheid beton: C20/25 t/m C50/60
Bevestigingspunten voor zwaar gebruik voor dynamische belastingen in beton
Geschikt voor het verankeren van aanbouwdelen onder cyclische vermoeiingsrelevante belastingen, zoals kraanbanen, zwenkkranen, ventilatoren, machines, robots, transportsystemen, liftgeleiderails, verkeerscontrolesystemen langs spoorwegen, wegen en in tunnels.
W-FAZ PRO/A4 (RVS A4) mag worden gebruikt in droge binnenruimten en in alle andere omstandigheden in overeenstemming met EN 1993-1-4:2015-10 bijlage A, tabel A.3: CRC I-III
Metrische ankerdiameter | M16 |
Ankerlengte | 180 mm |
Min./max. bevestigingshoogte (t fix) | 25-50 mm |
Bevestigingshoogte (t fix) | 50 mm |
Effectieve verankeringsdiepte (h ef) | 85 mm |
Schijfdiameter x schijfdikte | 30 x 3 mm |
Sleutelwijdte | 24 mm |
Nominale boordiameter (d 0) | 16 mm |
Boorgatdiepte (h 1) | 102 mm |
Materiaal | RVS A4 |
Oppervlakte | Met coating |
Aandraaimoment | 100 Nm |
Doorlopend gat in te bevestigen onderdeel (d f) | 18 mm |
Schroefdraadtype x ankerdiameter x draadlengte (L th) | M16 x 54 |
Goedkeuring | ETA-20/0486, ETA-20/0229 |
Seismologie C1 | Ja |
Seismologie C2 | Ja |
| Prestatiegegevens zonder axiale beïnvloeding en de invloed van de randafstand bij cyclische vermoeidheidsbelasting volgens ETA-20/0486 | |||||
| Plugafmeting | [mm] | M10 | M12 | M16 | |
| Effectieve verankeringsdiepte | hef | [mm] | 60 | 70 | 85 |
| Afzonderlijk bevestigingspunt voor gescheurd en ongescheurd beton | |||||
| Toegestane trekbelasting in beton ≥ C20/25 1) | ΔNadm | [kN] | 2,4 | 3,9 | 6,8 |
| Toelaatbare afschuifbelasting in beton ≥ C20/25 1) | ΔNadm | [kN] | 1,1 | 2,1 | 4,4 |
| Ankergroep voor gescheurd en ongescheurd beton | |||||
| Toegestane trekbelasting in beton ≥ C20/25 1) | ΔNadm | [kN] | 1,2 | 1,96 | 3,4 |
| Toelaatbare afschuifbelasting in beton ≥ C20/25 1) | ΔNadm | [kN] | 0,55 | 1,0 | 2,2 |
| Statische en quasi-statische belasting, brandbelasting en seismische belasting, zie Europese technische goedkeuring ETA-20/0486 en 1) Toegestane belastingen volgens EN 1992-4 zonder axiale beïnvloeding en de invloed van de randafstand. Er is rekening gehouden met de algehele veiligheidsfactor. | |||||
| Technische gegevens1) | |||||
| Plugafmeting | [mm] | M10 | M12 | M16 | |
| Effectieve verankeringsdiepte | hef ≥ | [mm] | 60 | 70 | 85 |
| Minimale elementdikte | hmin ≥ | [mm] | 90 | 105 | 127,5 |
| Minimale asafstand | smin | [mm] | 40 | 50 | 65 |
| Minimale randafstand | cmin | [mm] | 45 | 55 | 65 |
| Nominale boordiam. | d0 | [mm] | 10 | 12 | 16 |
| Diameter van snijkanten | dcut ≤ | [mm] | 10,45 | 12,5 | 16,5 |
| Boorgatdiepte 2) | h0 ≥ | [mm] | 69 | 80 | 99 |
| h1 ≥ | [mm] | 71 | 83 | 102 | |
| Doorlopend gat in de bevestiging | df ≤ | [mm] | 12 | 14 | 18 |
| Sleutelwijdte zeskantmoer | SW | [mm] | 17 | 19 | 24 |
| Sleutelwijdte Nylocmoer | SW | [mm] | 17 | 19 | 24 |
| Aandraaimoment van het anker | Tinst = | [Nm] | 40 | 55 | 100 |
| Uitsteeksel | hp | [mm] | 21,5 + tfix | 25,5 + tfix | 29,5 + tfix |
| Hoogte van de zeskantmoer | tmoer | [mm] | 8 | 10 | 13 |
| Schijfdiameter | dw x tw | [mm] | 20 x 2 | 24 x 2,5 | 30 x 3 |
| Diameter x hoogte vulring | dWIT-SHB x tWIT-SHB | [mm] | 26 x 5 | 28 x 5 | 34 x 4 |
| 1) Voor ankergroepen en verankeringen dicht bij de rand moeten de combinaties van de minimumwaarden (dikten, tussenruimten en randafstanden van de elementen) en de bijbehorende belasting worden bepaald volgens de berekeningsmethoden van de Europese technische goedkeuring (ETA-20/0486). | |||||
| 2) Als de maximale klemdikte tfix,max niet volledig wordt bereikt, kan de diepte van het boorgat worden vergroot met de passende maat en het anker dieper worden geplaatst. Bij doorsteekmontage, is het resultaat h1,d=h1+tfix,max. Bij voorgepositioneerde montage is het resultaat h1,v=h1+(tfix,max - tfix). De opgegeven waarde tfix,min moet worden aangehouden. Het uiteinde van de schroefdraad moet zich altijd boven het betonoppervlak bevinden. | |||||